Nederlandse vrouwen kennen tegenwoordig alleen nog de verhalen. Verhalen over mannen die openlijk van vrouwen houden. Mannen die vrouwen schaamteloos nafluiten op straat vind je alleen nog in de bouwput. En mannen die vrouwen proberen te veroveren in een bar met slechte openingszinnen en liters alcohol, behoren tot een duister holbewonersverleden.
In Nederland zijn mannen en vrouwen gelijk. Alle rekeningen worden netjes gedeeld, een vrouw doet zelf alle deuren open, schuift haar eigen stoel aan en als ze het koud heeft in die mooie, maar belachelijk blote jurk, dan heeft ze pech. Had ze maar een comfortabele trui aan moeten trekken, want jasjes worden niet meer afgestaan. De Nederlandse man is geëmancipeerd en kijken niet meer op of om naar de gemiddelde vrouw. Doen ze andersom toch ook niet? Noem me ouderwets, maar ik houd er niet van.
Gelukkig kun je als Nederlandse vrouw nog op vakantie. Naar Italië bijvoorbeeld. Zo ging ik twee weken geleden naar Sicilië, om dan maar meteen het meest zuidelijke warmbloedige deel van de mensheid op te zoeken. Je merkt het verschil, zodra je het vliegtuig uitstapt. Schaamteloos starende blikken. Eén op de drie terloopse gesprekken loopt uit op een flirt en flink veel vieze knipogen. Vreselijk natuurlijk! Hebben die mannen zichzelf dan helemaal niet in de hand? Get a grip! Dat gedrag kan natuurlijk echt niet. Je mag vrouwen absoluut niet als lustobject beschouwen. En toch doet het stiekem wonderen voor mijn ego en wens ik in het geniep dat Nederlandse mannen toch ook maar een beetje meer zo waren.
Italiaanse mannen zijn nog mannen, zoals mannen ooit bedoeld zijn. Een beetje fout en vies, maar dan wel oprecht. Terug op het vliegveld In Nederland is het contrast schrijnend. Geen enkel hoofd draait, geen enkele blik dwaalt af en geen mond die fluit. En begrijp me niet verkeerd, dit is geen klaagzang over de Nederlandse man (stiekem wel, maar niet uitsluitend), vrouwen zijn minstens zo erg. We zijn gewoon in alle opzichten een lekker koud kikkerlandje.