Ik zit in een identiteitscrisis. Een kleine maar, maar desalniettemin vraag ik me het nodige af. Waarom manoeuvreer ik me in de meest bizarre situaties met de meest rare mensen? Ik zoek het geloof ik niet op. Niet bewust in ieder geval. Misschien ben ik heel naief. Of misschien komt het door mijn afkeer van afritsbroeken en de dodelijk saaie mensen die in afritsbroeken wonen.
Zo ging ik afgelopen woensdag naar het Beat Museum. Ik was superenthousiast, want ik had net ‘Dharma Bums’ van Jack Kerouac gelezen en de trailer van de verfilming van ‘On the road’ gezien. Toen ik het museum binnenliep werd ik verwelkomd door wat de eigenaar bleek te zijn. Hij peilde mijn kennis van de Beat Generation en toen hij merkte dat ik geïnteresseerd was (in al mijn naïviteit nam ik aan dat dat zijn drijfveer was), mocht ik gratis het museum in en kreeg ik een persoonlijke rondleiding. Ik voelde me wel een klein beetje ongemakkelijk bij al die aandacht, maar hij had supergave verhalen en wist alles, dus het was absoluut de beste manier om meer te weten te komen over de Beat Generation. Logischerwijs stemde ik dan ook enthousiast in met zijn voorstel om me ook ’s avonds rond te leiden door North Beach en me alle plaatsen te laten zien waar de Beat-schrijvers, hun Beat-dingen deden. Pas toen hij voorstelde om dan samen wat te eten of te drinken, begon ik argwaan te krijgen. Of beter gezegd: begon ik te twijfelen over of ik argwaan zou moeten hebben. Maakt het uit of een kale man van middelbare leeftijd je een rondleiding wil geven omdat je oprechte interesse toont of omdat je een leuk jong blond naïef meisje bent? Waarschijnlijk wel, maar ik wilde eigenlijk nog steeds gaan. Het enige probleem was dat de rondleiding ’s avonds zou zijn en ik absoluut nog niet goed de weg wist. Uiteindelijk heb ik maar besloten dat afhankelijk, onwetend en naïef geen goede combinatie is met mogelijke oneerbare intenties bij kalende mannen. Ik baalde wel, want ik wilde absoluut die rondleiding! Soms vind ik het stom om een meisje te zijn.
Dat vond ik ook op donderdag. Ik kreeg een rondleiding door San Francisco van een jongen die bij Starbucks werkt. Leek me erg onschuldig en bovendien was het overdag en ik kan best hard rennen. De jongen, laat ik hem Peter noemen, praatte aan één stuk door, wat ik meer dan prima vond, want mijn hoofd deed nog een klein beetje pijn van de rum van de avond daarvoor. Na ongeveer 20 minuten verontschuldigde Peter zich voor zijn woordenstroom en liet me weten dat hij dit al een tijdje niet had gedaan. Gemakshalve negeerde ik deze opmerking, maar nadat hij me een aantal keer had laten weten hoe erg hij het naar zijn zin had, mijn hand probeerde vast te pakken en zijn arm om me heen had geslagen, besloot ik hem maar te vertellen dat ik me toch wel erg ongemakkelijk voelde en dat een rondleiding niet hetzelfde is als een date. Ik voelde me wel een beetje schuldig, want hij had me net uitgebreid verteld over zijn moeder, die het gezin in de steek had gelaten, zijn ex-speedverslaafde, nu alcoholverslaafde zus en zijn eigen verslavingsverleden, nadat hij onjuist gediagnosticeerd was als bipolair. Maar toch, ik ben geen liefdadigheidsinstelling. Of misschien een beetje, maar wel bij voorkeur zonder fysieke bezoedeling.
Starbucks blijkt sowieso een magneet voor de minder-gelukkigen van de samenleving. Zo ging ik ook per ongeluk in de verslaafdenspeelhoek van Starbucks zitten. De mannen die daar zaten zagen er niet zo fris uit, maar er zat ook een gezellige Scandinavisch uitziende jongen op zijn laptop te werken, dus het leek me veilig genoeg. Ik zat echter nauwelijks of één van de mannen vertelde me het verhaal over Honey en hoe hij onterecht veroordeeld werd tot 15 jaar gevangenisstraf in 2004. Honey was een 19-jarig meisje en Honey was op bezoek bij zijn vriend Paul. Paul was een heroïnedealer en wilde sex met Honey. Honey wilde geen sex met Paul, maar wilde wel heroïne. Paul wilde Honey wel heroïne geven, want uiteindelijk zou ze dan wellicht sex met hem hebben. Honey zou echter nooit sex hebben met Paul, want Honey overleed die avond aan een overdosis. Paul was voorwaardelijk vrij en het hele huis was vol heroïne, dus Paul vluchtte. Starbucksman bleef echter om Honey te reanimeren en werd gearresteerd en veroordeeld. Gelukkig bleek de gevangenis een verlossing voor Starbucksman. Het heeft hem stabiliteit gegeven en tegenwoordig bedenkt hij bordspellen. Ik heb nog nooit in mijn leven zo snel koffie gedronken, maar ben toch blij dat ik nu het verhaal over Honey ken.
Om mijn eerste week in stijl af te sluiten, besloot ik op zaterdag te gaan couchsurfen. Couchsurfen op de couch van Jax. Na drie seizoenen Sons of Anarchy te hebben gekeken, stelde ik me bij Jax een breedgeschouderde biker voor, dus ik vond het helemaal niet erg om naar een huis 30 minuten uit het centrum af te reizen. Al snel bleek echter dat ik mezelf in de verkeerde televisieserie had gestopt. Dit was geen Sons of Anarchy, dit was The Big Bang Theory! Op zaterdagavond heb ik alles geleerd over het onstaan en de terugkeer van de zwarte pest en Planet Earth op een groot projectiescherm gekeken. De badkamerdeur kon vanzelfsprekend niet op slot en plotseling was het hele couchsurfconcept me duidelijk. De nerdy jongen met de grote bril en de lange haren vatte het eigenlijk prachtig samen: “we don’t see a lot of girls around here, except for the couchsurfing”. Zondagmiddag heb ik weer ingecheckt in een hostel.
Stiekem geniet ik wel van mijn crisis. Het is in ieder geval niet saai, maar soms doet het gewoon een beetje pijn om een meisje te zijn..