Ik dacht dat ik een fantastische vakantie had gehad. Tenerife. Camperbusje. Zwemmen tot de zon ondergaat. Luieren op gitzwarte lavastranden. Wijn bij zonsondergang op een verscholen plek in de bergen. Wandelen naar een verstopte rotsachtige baai. Lekker eten in pittoreske badplaatsen. Een heuvel beklimmen om de zon op te zien gaan en ‘s nachts lekker in het comfortable bed achterin de bus. Ik dacht dat ik een fantastische vakantie had gehad, totdat ik de feiten nog eens op een rij zette.
Dag 1
Licht vermoeid van de reis en het leven – we gaan niet voor niets op vakantie – komen we bij ons huis voor de week aan. Een Volkswagen T4: camper, houten ski chalet en racewagen in één. Met meer woorden dan een gemiddeld gehoor kan verwerken loodst Alex, onze Russisch-Zweedse verhuurder en surferboy, ons door alles wat we moeten weten over de bus. Twintig minuten later zijn we half beduusd doch licht euforisch onderweg. ‘Zei hij nou dat de tweede versnelling het niet doet?’
Vierentwintig soorten tomatensaus zijn genadeloos als je slecht geslapen hebt.
Dag 2
De volgende dag voel ik me alsof ik 50 jaar geslapen heb. Niet omdat ik zo uitgeslapen ben, maar omdat mijn botten kraken als die van een 85-jarige. Het ons beloofde comfortable bed is een luchtbed. Zo eentje waar sinds 1993 niemand meer lekker op heeft gelegen. Als we onszelf naar de Alcampo supermarkt in San Cristobal de La Laguna hebben gesleept, kan ik wel huilen. Vierentwintig soorten tomatensaus zijn genadeloos als je slecht geslapen hebt.
Dag 3
Nog ver voordat de woensdag officieel begint heb ik een plan. We gaan naar de IKEA. Sowieso leuk als je op een eiland bent, maar dit bezoek gaat de vakantie redden. We kopen een matras. Niet goed – lees: vakantie voorbij – geld terug. Net als we op de parkeerplaats van de IKEA onze slaapkamer opnieuw hebben ingericht, ontdekken we een nieuw probleem met de bus. ‘Kijk, die zijspiegel valt naar beneden als je het portier dicht gooit.’
Dag 4
Geblaf van honden wekt me uit tropische dromen, maar het interesseert me niets. Wie had gedacht dat een mens zo goed zou kunnen slapen naast een begraafplaats? Kwiek en fluitend, als ik dat had gekund, zet ik de percolator op het vuur. Terwijl ik het eerste kopje volschenk, groet ik vijftien jagers met evenveel honden die langs ons afgelegen geparkeerde busje de struiken in verdwijnen. ‘Buenos Dias.’
Na de zee als centrifuge gebruikt te hebben en onomkeer zand in de voering van mijn bikinibroekje te hebben verzameld, vieren we de bergen met een fles whisky en een steile klim.
Dag 5
Na de zee als centrifuge gebruikt te hebben en onomkeer zand in de voering van mijn bikinibroekje te hebben verzameld, vieren we de bergen met een fles whisky en een steile klim. Het leven is even fantastisch, tot we besluiten te doen wat de meeste mensen doen op Tenerife. Gezellig uit eten in een klein Spaans restaurant in Puerto de la Cruz. De arme eigenaar is ons dankbaar. ‘Toeristen willen alleen nog maar pizza en friet’, verzucht hij. ‘Ik moet iedere dag weer eten weggooien.’
In het dramatische schijnsel van de ondergaande zon komt mijn verlossing en eindigt mijn ellende in een verrassend gelijkkleurige struik.
Dag 6
De woorden van de eigenaar spoken door mijn hoofd, terwijl mijn slokdarm zich steeds strakker om mijn amandelen wikkelt. Terwijl we door haarspeldbochten naar de lokale vulkaan rijden, ben ik dankbaar voor de afleiding van versleten ruitenwissers die de onophoudelijke stortregen proberen weg te swipen en spiegels die na drieëndertig keer stellen toch een eigen wil blijken te hebben. In het dramatische schijnsel van de ondergaande zon komt mijn verlossing en eindigt mijn ellende in een verrassend gelijkkleurige struik.
‘Is het hier nou fantastisch of zijn we in de Efteling?’
Dag 7
Het blijft regenen en de kabelbaan naar de vulkaan is dicht. Wandelen kan nog steeds, maar dat blijkt zonder regenkleding maar twintig minuten leuk. We stoppen op een paar populaire selfiespots en fotograferen wat exotische bustoeristen. Het El Teide National Park is zo onwaarschijnlijk met zijn massa’s touringcars, zwarte lavablokken en golfgreen dat we ons beginnen af te vragen: ‘Is het hier nou fantastisch of zijn we in de Efteling?’
Het is zo druk op de smalle weg, dat je zou willen dat je tweede versnelling functioneert.
Dag 8
Tijd om naar huis te gaan. Het is zo druk op de smalle weg, dat je zou willen dat je tweede versnelling functioneert, maar we weten levend het park uit te komen. De IKEA-medewerkster neemt zonder ingewikkelde Spaanstalige vragen het matras weer in ontvangst en we leveren onze wispelturige T4 weer in. Bijna worden we nog beroofd van een volle tank benzine, maar we blijven overtuigd: beste vakantie ooit.
Eén ding is me inmiddels duidelijk. Een goede vakantie heeft weinig met feiten te maken. Een betere vakantie begint bij jezelf.
Hoi Silvie,
Weer een leuk verhaaltje dit keer!
En zeker ook avontuurlijk.
Ik ben benieuwd waar de volgende reis je naar toe brengt.
Groetjes,
RL